MISSIE
De Stichting Karunafonds wil volwassenen met laag inkomen en met psychische klachten als gevolg van vroegkinderlijk trauma[1] ondersteunen bij de financiering van een lichaamsgericht psychotherapeutisch trauma-traject buiten de reguliere, verzekerde zorg.
VISIE
De Stichting Karunafonds is van mening dat iemand met vroegkinderlijk trauma baat heeft bij de combinatie van:
- een psychotherapeutische behandelrelatie bij dezelfde therapeut, in combinatie met:
- lichaamsgerichte traumabehandeling, uitgevoerd door dezelfde therapeut
Het Karunafonds heeft als visie dat therapeuten die werken met mensen met vroegkinderlijk trauma professioneel deskundig en ervaren moeten zijn in:
- Het aangaan en onderhouden van een individuele behandelrelatie met cliënten in deze doelgroep.
- het lichaamsgericht werken met impliciete traumaherinneringen c.q. lichamelijke herbelevingen
AMBITIE
Voor de duur van dit beleidsplan (het eerste jaar van oprichting):
- Het Karunafonds zal starten met tenminste twee therapeuten.
- Tenminste twee cliënten zullen bijdragen ontvangen uit het Karunafonds.
- Er zullen donateurs en sponsors worden geworven.
- De stichting zal voortdurend op zoek zijn naar geschikte therapeuten die bij het Karunafonds zouden kunnen aansluiten.
STRATEGISCHE DOELSTELLING
Verwerven van vermogen
- Startvermogen is reeds toegezegd en is voldoende voor een bijdrage aan- of zo nodig een volledige vergoeding van vier deelnemende cliënten voor één jaar. Startvermogen dekt ook alle oprichtingskosten.
Vermogen zal verworven worden door:
- Donateurs via o.a. social media, netwerkcontacten, presentaties
- Contributie van aangesloten therapeuten voor vermelding op de website en mogelijkheid voor declareren
- Inkomsten van activiteiten ten bate van het Karunafonds.
Beheer vermogen
Het vermogen wordt beheerd door het bestuur van de stichting. Er is geen winstoogmerk. Bestuurders ontvangen geen loon. Bij opheffen van de stichting zal voor het vermogen een doel gezocht worden ten bate van mensen met psychische kwetsbaarheid.
Besteding vermogen
Het bestuur beslist over besteding van een bijdrage voor de cliënt. De cliënt wordt aangedragen door de therapeut, maar moet op eigen initiatief een verzoek voor bijdrage doen.
Het bestuur zal het besluit tot besteding gezamenlijk nemen en dit baseren op een gesprek met de cliënt en een inkomenscheck, alsmede op de hoeveelheid vermogen in kas.
Verdere informatie is te vinden in het document ‘Richtlijnen Uitkeringen Karunafonds’.
BESTUUR
Het bestuur bestaat uit tenminste drie onafhankelijke onbezoldigde leden: voorzitter, penningmeester en secretaris. Zij komen tenminste twee maal per jaar bijeen voor vergadering. Zij besturen maximaal vier jaar en zijn dan één maal herbenoembaar.
De voorzitter treedt naar buiten en onderhoudt externe contacten.
De penningmeester verzorgt de financiële administratie van inkomsten en uitgaven en het jaaroverzicht.
De secretaris verzorgt de notulen van vergaderingen en besluiten.
Er wordt een persoon gekozen die contact heeft met de zich aanmeldende cliënten.
Het bestuur besluit welke therapeuten zich aansluiten bij het Karunafonds. De therapeuten worden voorgedragen door een adviescommissie (zie verder).
ADVIESCOMMISSIE
De adviescommissie van het bestuur bestaat uit tenminste twee en maximaal vier bij de Stichting Karunafonds aangesloten therapeuten. De adviescommissie:
- draagt nieuwe therapeuten voor, na beoordeling van het ingevulde aanmeldingsformulier en een gesprek met de desbetreffende therapeut.
- adviseert jaarlijks over het uurtarief van aangesloten therapeuten dat zij bij het Karunafonds mogen declareren.
De adviescommissie functioneert vier jaar waarna de leden aftreden en herbenoembaar zijn.
BESTUURSLEDEN
Voorzitter:
Dhr. Ronald de Caluwé, mindfulness- en compassietrainer, mindfulness therapeut, traumacounselor, Tai Chi en Qigong docent, voormalig SEH-verpleegkundige.
Penningmeester:
Dhr. Wiep Folkerts, voormalig voorzitter van: Stichting Jeugd Cultuurfonds Eindhoven (ANBI) en Stichting Korenfestival Eindhoven; voormalig directeur van Stichting Solar Energy Application Centre.
Secretaris:
Mw. Antoinette Donkers-Dekker, beeldend kunstenaar, coach, docent, eigenaar zorgatelier
CONTACTPERSOON CLIËNTEN
Dhr. Ron Sijtsma, accountant en voormalig bedrijfseigenaar van een bewindvoerderskantoor.
ADVIESCOMMISSIE
Mw. Saskia Ebus, core process psychotherapeut (niet BIG-geregistreerd)
Mw. Loes Claessen, GZ-psycholoog (BIG-geregistreerd)
Achtergrondinformatie bij de visie
In de Nederlandse GGZ ligt bij de behandeling van volwassenen met psychische aandoeningen de nadruk op het protocollair en vergoed diagnosticeren en (medicamenteus) behandelen van DSM-geclassificeerde diagnoses, vaak zonder (h)erkenning/behandeling van eventueel onderliggend vroegkinderlijke trauma. De waarneming dat er binnen de reguliere GGZ met name bij volwassenen te weinig aandacht is voor de impact en het helen van vroegkinderlijk trauma, wordt ook door professionals binnen de GGZ onderschreven zoals bijvoorbeeld hoogleraar en psychiater Floortje Scheepers1 en psycholoog, ervaringsdeskundige en oprichter van de website Traumanet Anne Marsman die in 2021 promoveerde op de impact van vroeg trauma op het latere leven2.
Therapie in de reguliere GGZ bestaat vaak uit seriële, relatief korte trajecten: cognitieve gedragstherapie, schematherapie, EMDR, of een week ‘intensieve traumabehandeling’.
Steeds meer BIG-geregistreerde psychotherapeuten in de reguliere zorg laten zich aanvullend opleiden als Sensorimotor Psychotherapist of Somatic Experiencing Practitioner. Zij kunnen dit mindfulness-based lichaamsgerichte traumawerk echter lang niet altijd toepassen binnen hun functie. Deze vormen van therapie worden namelijk gezien als ‘alternatief’ en (nog) niet ‘evidence-based’, en daarmee niet vergoed.
Steeds meer therapeuten in het veld ondersteunen echter de visie dat een volwassene met aanwijzingen voor vroegkinderlijk trauma baat heeft bij een zorgvuldig opgebouwde, veilige therapeutische relatie en dat dit een voorwaarde is voor gespecialiseerd en lichaamsgericht werken met de effecten van het trauma3.
Binnen de reguliere zorg zijn dergelijke trajecten in Nederland vrijwel uitsluitend mogelijk voor cliënten met een hoge psychische lijdensdruk en een laag functioneringsniveau, waarbij veelvuldig sprake is van crisisinterventies en de nadruk ligt op medicamenteuze behandeling.
Hieruit volgt dat volwassenen met vroeg trauma en psychische klachten die niet ‘ernstig genoeg zijn’ om binnen de GGZ een langdurig psychotherapeutisch traject vergoed te kunnen krijgen, een dergelijk traject zelf moeten bekostigen. Anderen hebben al wel meerdere behandelvormen binnen de GGZ gevolgd, maar ervaren nog hoge lijdensdruk. Zij zouden mogelijk baat kunnen hebben bij een traject volgens de visie van het Karunafonds.
Door hun voorgeschiedenis behoren mensen met vroegkinderlijk trauma echter vaak niet tot de populatie met hoog inkomen. De juiste therapie, in de ogen van de Stichting Karunafonds, bereikt hen niet.
1 Podcast op de website van Stichting PILL aflevering d.d. 29-8-2022.
2 Het TraumaNet team | traumanet.org; Beyond dis-ease and dis-order: exploring the long-lasting impact of childhood adversity in relation to mental health — Maastricht University
3 Heller en LaPierre in ‘Ontwikkelingstrauma helen’ p. 237-241 Hoofdstuk ‘De therapeutische relatie’; ‘Steel e.a. in ‘Behandeling van trauma-gerelateerde dissociatie, p. 61-128 Deel 1 ‘De therapeutische relatie’.
1 Vroegkinderlijk trauma betekent: het hebben meegemaakt van emotionele en/of fysieke overweldigende ervaringen op de kinderleeftijd. Hieronder valt ook zeer vroeg preverbaal trauma (van conceptie tot en met ca. derde levensjaar) waarvan alleen impliciete, niet-talige en vooral lichamelijk ervaren herinneringen zijn. Bij vroegkinderlijk trauma is er vaak ook sprake van hechtingstrauma -het onvoldoende veiligheid kunnen hebben ervaren in relatie tot de ouders/verzorgers- waardoor relatievorming op volwassen leeftijd problemen oplevert en een groot risico bestaat van het – middels problematische gedragspatronen- ‘doorgeven’ van het trauma aan volgende generatie(s). Onbehandeld vroegkinderlijk trauma kan binnen een familie vele generaties negatief beïnvloeden.